KEMPENLAND historie

Geschiedenis van het Kwartier Kempenland in de Meierij van Den Bosch - Jan van Dingenen

17. Toen Geuze Els in Hapert woonde

Geuze Els leefde in de 17e eeuw. Ze is rond 1605 geboren in Strijp en woonde na haar huwelijk met Arnoldus 'Aert' Smets of Fabri in Hapert. Het echtpaar kreeg minstens negen kinderen.
Het is een geweldige puzzel geweest om de gegevens van de Geuze Els en haar nakomelingen te reconstrueren. Wikipedia geeft daarvan een overzicht onder het trefwoord 'Elsken Joosten'. Maar eigenlijk weten we nog steeds helemaal niets over haar als persoon. Daar verandert dit artikel ook niets aan, maar het geeft misschien wat 'kleur' aan haar leefomgeving.

Stephanus Hanewinkel
Waarom vond en vindt men Elsken Joosten zo belangrijk? Dat is grotendeels te danken aan Stephanus Hanewinkel. Stephanus was een de vele dominees en schoolmeesters met de naam Hanewinkel in Brabant. De eerste was de Duitse Joannes Hanewinkel die in 1654 predikant werd in Gemert.
Stephanus Hanewinkel schreef, naast zijn werk als dominee, twee delen 'Reize door de Majorij van 's-Hertogenbosch in den jaare 1798'. (Zie opmerking 1) Deze boeken geven aardig wat informatie over de Meierij in die tijd, maar ze zijn vooral bedoeld als amusement door te laten zien hoe ontzettend dom de katholieke Brabanders zijn in vergelijking met de gereformeerde dominees die hen probeerden te bekeren. Ik geloof ook niet dat Hanewinkel al die voetreizen ooit echt heeft gemaakt. Waarschijnlijk wel rond zijn woonplaatsen in oostelijk Brabant, maar niet bijvoorbeeld in Hapert en omgeving. Hij zegt er geweest te zijn, maar er wordt niets vermeld over wat hij er zelf gezien heeft. Waarschijnlijk gebruikte hij gewoon de anekdotes die hij van collega's hoorde.
In ieder geval: Hanewinkel vermeldt dat de katholieken van Geuze Els zeggen: "De Geuze Els, heeft de heele Kempen gevels(t)." Dit betekent dat Geuze (= protestante) Els de hele Kempen heeft verpest. Hanewinkel zegt er niet bij hoe Geuze Els dat gedaan heeft, maar waarschijnlijk refereert het rijmpje aan de vele gereformeerden die van haar afstammen en dan vooral de dominees en schoolmeesters.

17.tekening-zeelst-josua-de-grave-1674 (332K)

Een tekening uit 1674 van de kerk van Zeelst met huizen er omheen. De kerk in Hapert was toen anders, maar verder zal het er toen zo ongeveer uitgezien hebben. (Josua-de-Grave, Rijksmuseum)

Elsken Joosten
Ze is geboren in Strijp rond 1605 en overleden in Hapert op 6-3-1696. Volgens de toen gebruikelijk manier om iemand een naam te geven heette ze Elsken Joosten Aerts. Dit betekent dat haar voornaam een variant was van Elisabeth en dat haar vader Joost heette of een andere variant van de naam Judocus. En zijn vader heette Arnoldus en werd blijkbaar Aert genoemd. Een 'echte' achternaam hadden ze niet, maar dat was toen heel gewoon.

Elsken Joosten trouwde rond 1630 met Aert Joannes Fabri uit Hapert. Aan zijn voornaam en vadersnaam werd Fabri of Smets toegevoegd, omdat zowel hij als zijn vader smid waren. Fabri is de afkorting van het Latijn 'fabricius'. Elsken Joosten en Aert Joannes Fabri kregen minstens negen kinderen. Mogelijk waren er meer maar de doop-, trouw- en begraafboeken zijn niet bewaard gebleven en dus zijn eventuele jong gestorven kinderen niet terug te vinden. De genoemde negen zijn allemaal op een of andere manier in bewaard gebleven documenten terug gevonden. Negen kinderen krijgen was in die tijd niet uitzonderlijk, maar wel dat er negen uit één gezin volwassen werden.

Het 'verpesten' van de Kempen
De echtgenoot van Elsken Joosten was dus Aert Joannes Fabri. Aert was geboren rond 1600 als zoon van Joannes Henricus Smets en Catharina Arnoldus. Vader Joannes Smets of Fabri was smid in Hapert en er is een vermelding dat hij ijzerwaren opkocht, waarschijnlijk voor hergebruik.
Zeer veel in Brabant geboren dominees hebben dus de naam Fabri in hun voorouders. Blijkbaar was de familie Fabri een van de weinige 'inheemse' gereformeerde families in Brabant en dus dichtbij als 'leverancier' van huwelijkspartners.

Aert Joannes Fabri
Ik denk dat Aert Joannes Fabri geen slechte huwelijkspartij was. Zijn vader was een ambachtsman en had alleen daardoor al een speciale positie tussen de boeren. Waar de vader woonde weet ik niet, maar Aert Joannes woonde volgens zeggen met vrouw en kinderen in de huizing en hof 'aan den Hogebocht' bij de Hoeve te Hapert. 'Den Hogebocht' is nu deel van de Oude Provinciale weg: ongeveer vanaf de Lindenstraat aan de rechterkant tot aan de Van den Elsenstraat. Waar de 'Hoeve te Hapert' precies lag weet ik niet, maar de naam wijst er op dat dit ooit de voornaamste hoeve van Hapert was. Logisch want de kerk stond daar ook en de eerste heren van Hapert (en waarschijnlijk ook de stichters van de eerste kerk) hebben daar waarschijnlijk gewoond. Kortom Aert en Elsken woonden op stand.
Men neemt aan dat Aert Joannes Fabri werkzaam was als smid, maar daarnaast pachtte hij vanaf 1632 onder andere de hele korentienden of delen er van voor Postel en/of Tongerlo. Bovendien was hij van 1630 tot 1634 deels pachter van de pastoorstienden die de pastoor en de bisschop van jong slachtvee moesten voorzien. Dat hield in dat hij de pacht verzamelde, maar dat hij die moest aanvullen als er een tekort was en natuurlijk dat hij het eventuele overschot kreeg. Dit betekent dus vooral dat hij kredietwaardig was!

17.tekening-kerk Hapert -Cannegieter-1839 (249K)

Dit is een tekening van de kerk van Hapert uit begin 1832. De Friese kapitein Cannegieter marcheerde in 1831 met zijn mannen vanuit Friesland naar Hapert in verband met de Tiendaagse Veldtocht tegen België. Hij verbleef begin 1832 een aantal dagen in het schoolhuis dat half achter de kerk uitsteekt. Het voormalig Protestants kerkje is dan net nieuw (1826) en staat links. Zie Opmerking 2.

Grondbezit in Hapert
In de Middeleeuwen hebben twee Norbertijnen kloosters grote delen van Hapert, Hoogeloon en Bladel in handen gekregen: Postel en Tongerlo. Beide kloosters zijn rond 1130 gesticht maar door een aantal toevalligheden kreeg Tongerlo veel rechten in Hoogeloon en Hapert en moest Postel dit langzaam opbouwen in de omgeving. In Hoogeloon en Hapert waren de rechten en bezittingen dan ook grotendeels van Tongerlo en in Bladel van Postel. L.F.W. Adriaenssen schat dat er in Hapert 10 of 11 hoeven in handen waren van Tongerlo en Postel op een totaal van 40 of 50 gezinnen en ca 200 tot 250 inwoners! En die hoeven waren ook nog groter dan de rest want ze werden niet gedeeld bij vererving.

Dit heeft vreemde gevolgen gehad. Na het concilie van Trente kwam er in 1561 een herindeling van de bisdommen. Het gigantische bisdom van Luik werd opgesplitst en o.a. Den Bosch werd bisschopsstad. Maar er was één probleem: de nieuwe bisschoppen hadden geen eigen inkomsten. Toen is besloten dat de bisschop tevens abt zou worden van een klooster want de kloosters hadden wel inkomsten uit hun bezittingen. Het klooster Berne bij Heusden was het meest logisch voor Den Bosch, maar dat was niet rijk genoeg en toen werd het Tongerlo. In Tongerlo waren ze daar niet blij mee en in 1590 krijgt het klooster weer een eigen abt. Maar de goederen van Tongerlo die binnen het bisdom Den Bosch liggen, worden nu eigendom van het bisdom. Waaronder dus diverse hoeven in Hoogeloon en Hapert.
Ik heb de indruk dat Tongerlo de meeste bezittingen had rond de kerk op de Hoge Bocht. Niet onlogisch want Hapert vormde eeuwenlang één parochie met Hoogeloon. Postel had waarschijnlijk vooral in het zuiden (Dalem?) bezittingen. De visvijvers en omgeving in het zuiden waren van Postel.

Bezoek van bisschop Ophovius

17.Bisschop Ophovius - Rubens (134K)
Bisschop Ophovius op een schilderij van Rubens uit de tijd dat hij abt was van een Dominicaner abdij in Antwerpen.

Bovenstaande uitweiding over het grondbezit, was nodig in verband met een bezoek van Ophovius, bisschop van Den Bosch, aan Hoogeloon en Hapert in 1630. Bisschop Ophovius was de voornaamste onderhandelaar namens Spanje bij de verovering van Den Bosch door Frederik Hendrik in 1630. Hij zorgde er waarschijnlijk voor dat deze overeenkomst zo onduidelijk was, dat men 20-30 jaar (met uitlopers van meer dan 100 jaar!) geruzied heeft of de Meierij nu Spaans of Staats was en wat er wel of niet bij hoorde.
Na de val van Den Bosch mocht Ophovius niet meer in Den Bosch wonen en meestal verbleef hij daarom op het kasteel in Geldrop. Van daaruit bleef hij zeer actief zowel in de politiek als in zijn functie als bisschop en als verantwoordelijke voor het bezit van het bisdom. Want voorlopig was hij nog beheerder van de goederen van het bisdom waaronder die in Hoogeloon en Hapert. Na de vrede van Munster in 1648 ging dat bezit over naar de Nederlandse overheid.
Zo bezocht hij in 1630 Hoogeloon waar Jan van den Heuvel verantwoordelijk was voor de bezittingen van het bisdom. Ophovius had de indruk dat Jan beter voor zijn eigen spullen zorgde dan voor die van het bisdom, maar wel met behulp van o.a. hout van het bisdom. De volgende dag is Ophovius daarom naar Hapert gereden en heeft daar de vertegenwoordiger van Postel gevraagd of die een deskundige had om mee te kijken in Hoogeloon. Dat is gebeurd, maar echt gevolgen voor Jan van de Heuvel lijkt het niet gehad te hebben.
Het is natuurlijk speculatie, maar het zou me niet verbazen als Aert Johannes Fabri de deskundige van Postel was. Hij woonde vlak bij de vertegenwoordiger van Postel die waarschijnlijk in het huis met de grachten woonde, zo'n honderd meter verder aan de andere kant van de weg. En hij was of werd pachter van de lokale pastoors tiende en daar kreeg de bisschop ook een deel van. Hij is zelfs pachter sinds 1630! Beginnend voor of na het bezoek van Ophovius? Hij zal er in ieder geval van op de hoogte zijn geweest!

De kadasterkaart van 1830

17.Hapert Kadaster 1832 - Oude Prov weg vsElsken 3 (375K)
Kaart van de Hooge Bocht in Hapert in 1832.

De kadasterkaart van 1830 is twee honderd jaar na het bezoek van Ophovius gemaakt, maar de kans is groot dat er in 1830 nog veel ongeveer hetzelfde was als in 1630. In die periode is bevolking van de dorpen niet sterk gegroeid en er waren geen grote veranderingen in de landbouw methoden behalve dat rond 1800 de aardappels de boekweit begonnen te verdringen. De houten boerderijen zijn natuurlijk allemaal minstens één keer vervangen, maar meestal werd op ongeveer dezelfde plaats herbouwd.
Op bovenstaande kaart uit 1830 staat het deel van Hapert rond de Oude Provinciale weg. Praktisch alles op die kaart was ooit eigendom van de abdij van Tongerlo, daarna van het bisdom Den Bosch en vervolgens van de Hollandse overheid. Duidelijk zichtbaar (bij 2 in rood) is de oude kerk met daar omheen het kerkhof. Bij 3 staat het Protestante kerkje dat er in 1830 net stond en inmiddels ook is afgebroken. Bij 1 staat het huis met de grachten, waar waarschijnlijk de vertegenwoordigers van de abdij Postel verbleven. Bij 4 staat het schoolhuis, daar woonde waarschijnlijk de onderwijzer en was ooit de school, maar in 1830 stond de school bij 5. In een van de andere boerderijen rond de kerk kan dus Geuze Els gewoond hebben. Bij 6 stond de watermolen van Hapert op de Beerze, gebouwd rond 1200.
Toen ik ook nog even keek naar het grondgebruik rond 1830, kwam er nog een verrassing. De percelen langs de weg tussen de kerk en de watermolen waren heide (H in groen) en dennenbos (B in groen)! Heide en bos midden tussen de bebouwing is zeer onlogisch. Het kan betekenen dat de boeren die al schrale gronden hebben uitgeput, maar normaal waren ze daar zeer alert op: grond die voor je deur ligt daar ben je zuinig op en die wordt regelmatig bemest! Weer een eeuw later rond 1920, heeft Claassen Sigaren op deze schrale gronden zijn sigarenfabriek gebouwd.
Maar hier over nadenkend leidde dit uiteindelijk tot een nieuw artikel: 18. De Hapertse watermolen op de Beerze

Het dagboek van Ophovius
Ophovius heeft van midden 1629 tot einde 1631 een dagboek bij gehouden. Een transcriptie is gepubliceerd door A. Frenken "Het Dagboek van Michaël Ophovius, 4 augustus 1629 - einde 1631" in Bossche Bijdragen (jrg. 15, nr. 1-3, maart 1938), 1-340.
Het verhaal over het bezoek aan Hoogeloon staat hierin. Ik heb het ooit gelezen, maar bij het schrijven van dit artikel had ik het niet meer beschikbaar. Het is dus mogelijk dat ik sommige dingen verkeerd heb onthouden. Als iemand het heeft wil ik het graag nog eens inzien.

Jan van Dingenen - 2019, aangevuld 2020.

Opmerking 1
De twee boeken van Stephanus Hanewinkel zijn samen uitgegeven als "Stephanus Hanewinckel - Op reis door de Meierij" door Stichting Zuidelijk Historisch Contact (2009). Zie ook het Literatuur overzicht ref 23.

Opmerking 2
Het boek "De Tiendaagsche Veldtogt: Journaal van de voetreis naar België 1830-1832" is het dagboek van Kapitein Hendrik Gerrit Cannegieter, Luitenant Kolonel van de Friesche Mobiele Schutterij. Het is uitgegeven in 2009 door een aantal van zijn nakomelingen, maar ik heb het nog niet in handen kunnen krijgen. Zie ook het Literatuur overzicht ref 59.

Andere artikelen over Hapert op deze site:
- 12. Het kadaster in Hapert - 1. Invoering rond 1830
- 13. Het kadaster in Hapert - 2. Nieuwe verhoudingen na 1800
- 14. Het kadaster in Hapert - 3. Opvallende inwoners
- 15. Het kadaster in Hapert - 4. Het oude en het nieuwe wegenpatroon
- 17. Toen Geuze Els in Hapert woonde
- 18. De Hapertse watermolen op de Beerze

Een overzicht van alle artikelen op deze site vindt U onder de tab "Artikelen" of klik "Hier"